Overzicht

Van mannenbolwerk naar divers team, nieuwe paden binnen het boswachtersvak

Internationale vrouwendag 2025 foto boswachters

Bij de boswachters van PWN is de groep vrouwen de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. Wat brengt de komst van vrouwelijke boswachters de teamdynamiek en cultuur? Je leest hierover in dit verhaal van de boswachters zelf. 

“Hee jongens, lekker bezig” Dat roepen duinbezoekers nog weleens tegen vrouwelijke boswachters die druk aan het werk zijn. Om daarna vertwijfeld op zoek te gaan naar een ander woord voor ‘boswachter’. En dat alternatief is nodig, want steeds meer vrouwen trekken het groene uniform aan. Van de 28 boswachters binnen PWN zijn er inmiddels 10 vrouw. Ko, Veronique en Simone – respectievelijk 35, 16 en 5 jaar in het boswachtersvak – kijken met elkaar terug en vooruit op de (vrouwelijke) veranderingen binnen hun beroep. Van pin-ups in de werkkeet en hobbezakkerige uniforms tot Boswachter Nieuwe Stijl.

Ko herinnert zich nog goed hoe het ooit was: "Toen ik begon in 1989 zaten er alleen maar kerels in het Team Zuid Kennemerland, de enige dame zat heel stereotype op de administratie. Het was een wereld van onderhoud, camping-beheer en fysiek zware klussen - een omgeving die niet bepaald uitnodigend leek voor vrouwen.”

Nieuwe stijl opent de deur voor vrouwen
Met de introductie van ‘Boswachter Nieuwe Stijl’ in 1995 (met meer focus op gastvrijheid, onderzoek, kennis en communicatie) werd het vak aantrekkelijker voor vrouwen. Toch liet de eerste vrouw nog even op zich wachten in Zuid-Kennemerland. “Pas in 2004 kwam Ina Roels bij ons team”, vertelt Ko. “En dat was eerlijk gezegd toch wel even wennen. Opeens zat er een vrouw bij ons in de keet en moesten we op ons taalgebruik gaan letten. Dan viel het weleens stil. Toch heeft zij wel echt bijzonder baanbrekend werk verricht.”

Een mannenbolwerk met ‘keetbehang’
Veronique, die in 2009 instroomde in het Team Noordhollands Duinreservaat, herkent dit wel. Als kind wist ze al dat ze boswachter wilde worden, maar zag het destijds als onhaalbaar. "Het leek me onmogelijk omdat het in de Amsterdamse Waterleidingduinen, aan de rand van waar ik opgroeide, echt een mannenbaan was. Op mijn 43e heb ik alsnog de stap gezet."

Toen Veronique startte, stapte ze inderdaad wel een mannenbolwerk binnen: “Er was nog geen vrouwenkleding, dus mijn uniform was een enorme hobbezak. En pin-up posters werden onder protest verwijderd uit de keet. Dat was 16 jaar geleden nog doodnormaal ‘keetbehang’, maar nu gelukkig ondenkbaar binnen PWN.”

Veranderende dynamiek
Simone, die in 2019 is begonnen in Zuid-Kennemerland, trof al een gemengd team en een goedpassend uniform aan. "Ik had wel het beeld dat er meer mannen boswachter zouden zijn, maar dat vond ik juist leuk." Haar achtergrond in Diermanagement en Communicatie bleek perfect voor het moderne boswachtersvak. “In het begin dacht ik weleens ‘waar ben ik nu beland’, het stond zo ver af van het 9 tot 5 werk dat ik gewend was te doen. Maar nu ben ik helemaal op mijn plek. Het is waanzinnig om met het team hard te werken om 5 wisenten naar Spanje te transporteren. Daar komt zoveel bij kijken. Echt uniek om dat met elkaar te doen.”

Of de toename van vrouwen het vak heeft veranderd, weten de boswachters eigenlijk niet zo goed. Maar dat het iets met de teamdynamiek heeft gedaan is wel duidelijk. Simone: "Vrouwen brengen toch meer zachtheid in een team. We praten sneller over gevoelens en bespreken onprettige situaties eerder."

Ko beaamt dit: "Vrouwen benoemen punten waar ik soms niet bewust over nadenk. Ik denk altijd: dat komt wel goed, maar het is beter om dingen te benoemen. Dat heb ik van mijn vrouwelijk collega’s geleerd." Omgekeerd waardeert Simone de korte klappen van mannen juist: “Ik ben meer van het wikken en wegen en dat schiet soms echt niet op. Dan ben ik blij als Ko zegt: hup, we doen het zo.”

Elastischer team met een bredere blik
Toch zijn alle drie de boswachters het er met elkaar over eens dat de verschillen misschien niet eens zozeer in man/vrouw zitten, maar meer in karakter en persoonlijkheid. Veronique: “Er zijn macho mannen én vrouwen. Maar door meer diversiteit, krijg je wel een elastischer team met een ruimer perspectief. Dat werkt voor elk team prettiger, in welke organisatie dan ook.”

Een gewone bijzondere baan
“Ik snap de verdeling man/vrouw op dit moment wel”, vertelt Simone. Het werk past echt niet bij iedere vrouw. Je moet wel uit bepaald hout gesneden zijn. Het is niet elke dag fluitend met een veer op je hoed door de duinen fietsen. Mensen hebben toch vaak een droombeeld bij het vak. Je bent ook toezichthouder, moet soms doodgereden dieren aan de kant leggen of een hert uit zijn lijden verlossen en je zit ook gewoon achter een bureau.”

“Toch gaat er niks boven om 5 uur ’s ochtends op een duintop in doodstille duinen zitten”, vult Ko aan. Dan is het wel echt het mooiste beroep dat er bestaat. Ik ga eind april met pensioen en ben echt trots als ik achterom kijk. Ik laat duinen in topconditie achter in de handen van een fantastisch team mannen én vrouwen. De maatschappij verandert en we zijn echt met die ontwikkelingen meegegroeid.”

Trots terug- en vooruitkijken
Hoewel Veronique pas over 10 jaar met pensioen gaat, kijkt ook zij al trots terug: “Ik heb echt een andere draai gegeven aan de portefeuille Fauna. Dat was eerst toch een beetje een besloten ‘jachtclubje’. Nu houden we ons naast herten ook bezig met konijnen uitzetten, paddentrek en vleermuizenbunkers. Soms noemt een mannelijke collega het nog weleens ‘knijnen knuffelen’. Maar die wordt dan heel hard teruggefloten door een teamlid.”

“Ik heb gelukkig nog nooit te maken gehad met vooroordelen of discriminatie”, vult Simone aan. “En wat die vrouwenvariant van het woord ‘boswachter’ betreft, dat is helemaal niet nodig, hoor. Noem mij maar gewoon boswachter. Uiteindelijk zijn we toch gewoon allemaal gelijk. Het is mooi om te zien dat we van een traditioneel mannenbolwerk zijn gegroeid naar een divers, dynamisch team waar ieders kwaliteiten tellen – wie je ook bent.”