Overzicht

Labjas aan. U krijgt een rondleiding in Het Waterlaboratorium

PWN controleert voortdurend de kwaliteit van het water dat bij u uit de kraan komt. Het Waterlaboratorium in Haarlem helpt hierbij. Accountmanager Peter en analist Bas geven u een rondleiding. Wel even een labjas aantrekken.
 
Het is druk bij de afdeling planning van Het Waterlaboratorium. Zoals elke ochtend komen zo’n twintig medewerkers hun kratje met lege flessen en andere onderzoeksinstrumenten ophalen om hun route te gaan rijden. Ze bezoeken adressen in heel Noord-Holland om watermonsters te nemen die hun collega’s van het lab gaan onderzoeken. Drinkwater moet aan strenge wettelijke kwaliteitseisen voldoen, strengere eisen dan bijvoorbeeld bronwater, frisdrank en melk. Daarom laat PWN het drinkwater continu onderzoeken op mogelijke afwijkingen, van de bron tot aan de kraan. 

Mag ik even binnenkomen?
De monsternemers bellen aan bij mensen thuis met het verzoek of ze wat kraanwater mogen tappen voor onderzoek. Dat kan snel. Kraan ontsmetten, flesjes eronder, vullen met water, flesjes gevuld en hermetisch afgesloten terug in de krat. Water legt een lange weg af van de bron naar de kraan en al die stappen houdt Het Waterlaboratorium in opdracht van PWN nauwlettend in de gaten. ‘We nemen monsters van het IJsselmeerwater waaruit het drinkwater gewonnen wordt, we onderzoeken het water voordat het de productielocaties verlaat en ook tijdens het transport naar de kranen wordt het water bemonsterd’, vertelt accountmanager Peter Hendriks van Het Waterlaboratorium. De monsters worden steekproefsgewijs genomen, maar er kan ook een aanleiding zijn om ergens extra alert te zijn, bijvoorbeeld bij werkzaamheden waarbij vuil in de leidingen kan komen. Daar nemen wij standaard monsters af.’

Afbeelding
lab_2.jpg

Niet met het blote oog
De laboranten zitten ondertussen niet stil. Dagelijks worden meer dan 150 watermonsters genomen, het onderzoeken hiervan gaat de hele dag door. En hoewel een groot deel van het onderzoeksproces geautomatiseerd is, komt er ook nog mensenwerk bij kijken. We kijken mee op het microbiologisch laboratorium waar het water wordt onderzocht op schadelijke bacteriën. Dat begint met het prepareren van de monsters voor analyse. ‘We vullen glazen bakjes, Petrischaaltjes, met een voedingsbodem waarop bacteriën zich snel kunnen vermenigvuldigen’, vertelt microbiologisch analist Bas Remmerswaal. ‘Dat is belangrijk omdat we ze anders niet met het blote oog kunnen zien. De bakjes worden een voor een gevuld met 50 microliter water, zes bakjes per monster. Al die bakjes gaan voor  één of meer dagen de stoof in. Dat is een warmtekast waarin bacteriën goed gedijen.’

Check dubbelcheck
Na een paar dagen mogen de bakjes uit de stoof. Als er bacteriekolonies (bolletjes) op de voedingsbodem groeien en er meer schadelijke bacteriën in het water voorkomen dan is toegestaan – volgt ter bevestiging een tweede analyse door een geavanceerder apparaat. Is er echt sprake van besmetting, dan krijgt PWN een seintje. PWN kan dan maatregelen nemen. Bij enige twijfel, dus als we niet kunnen garanderen dat er geen verontreiniging is, krijgen alle mensen in de buurt het advies om hun drinkwater uit voorzorg 3 minuten te koken voor gebruik. 

Mocht er ooit een monsternemer van Het Waterlaboratorium bij u op de stoep staan, doet u dan vooral open. Een litertje water uit uw kraan helpt ons de kwaliteit van het drinkwater goed te bewaken. Zo krijgt u altijd de hoge kwaliteit die u van ons gewend bent.