Overzicht

Beheerplannen voor duinen

Parelmoervlinder

De gevlekte witsnuitlibel, de nauwe korfslak en de duinparelmoervlinder. Kleine diertjes die het, net als andere bijzondere dieren en planten in de Noord-Hollandse duinen goed naar hun zin hebben. En dat willen natuurbeheerders en provincie graag zo houden. Het in optimale conditie houden van hun leefgebieden staat dan ook voorop in de eerste Natura 2000-beheerplannen voor vier duingebieden in Noord-Holland.

Duinen Den Helder-Callantsoog, Zwanenwater & Pettemerduinen, Noord-Hollands Duinreservaat en Kennemerland-Zuid zijn beschermde natuurgebieden. Sinds enkele jaren vallen ze vanwege de bijzondere natuur zelfs onder de Europese Natura 2000-gebieden, waarvan Nederland er ruim 160 telt. Deze natuurgebieden maken deel uit van een samenhangend netwerk, bedoeld om de achteruitgang van de biodiversiteit in Europa te stoppen. De provincie heeft nu voor het eerst Natura 2000-beheerplannen voor de duinen opgesteld, die de komende tijd ter inzage liggen.

Beheerders

Moet er veel veranderen qua beheer? „Op zich niet”, vertelt Coen Verstand, beleidsadviseur sector Groen van de provincie Noord-Holland. De beheerplannen van de beheerders van de verschillende gebieden -onder anderen PWN, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland- streven namelijk vrijwel dezelfde doelen na als Natura 2000, legt hij uit. Belangrijk aandachtspunt voor alle gebieden is het feit dat er nauwelijks verstuiving meer is. „Door stikstofneerslag, het afnemen van de konijnenpopulatie en bosaanplant is er te veel groen in de duinen gaan groeien, dat er van nature niet hoort”, aldus Verstand. „Natura 2000 richt zich op het terugbrengen van de duinen in de staat die het van nature hoort te hebben, dus met alle invloeden van de zee en de wind. Zo heeft PWN de afgelopen twintig jaar al veel gedaan dat aansluit op waar Natura 2000 om vraagt. Maar Natura 2000 voert het verder door.” En er is geld mee gemoeid, voegt hij toe. „Voor het Noord-Hollands Duinreservaat bijvoorbeeld is de komende achttien jaar meer dan 3 miljoen euro beschikbaar.” Met dit geld worden onder meer stuifplekken aangelegd, wordt extra gemaaid, afgeplagd en mogen grazers het gebied verder begrazen. Verstuiving zorgt ervoor dat bijvoorbeeld de tapuit zich beter in de duinen thuis voelt en dat de rimpelroos, die van origine niet in onze duinen hoort, wordt teruggedrongen. De duinparelmoervlinder, die in Noord-Holland zijn meest zuidelijke thuishonk heeft, is ook gebaat bij open duin; hij is dol op het duinviooltje, dat gedijt in duingrasland.

Gevlekte Witsnuitlibel

Vogels, maar ook andere diersoorten voelen zich goed thuis in de natte duinvalleien die de laatste decennia langs de Noord-Hollandse kust zijn gecreëerd. Zo wordt bij de schaatsbaan in het duingebied bij Castricum de gevlekte witsnuitlibel steeds vaker gesignaleerd, een soort die normaal niet in duinen, maar eerder in veengebieden voorkomt. Er is nog een diertje dat extra aandacht krijgt: de nauwe korfslak. Verstand: „Europees gezien een bijzondere soort, die zich ophoudt in het overgangsgebied tussen bos en open duin. Die overgangen moeten nog geleidelijker worden, door langs bosranden meer struiken te planten. Dat ziet er ook aantrekkelijker uit voor wandelaars en fietsers.” In het Noord-Hollands Duinreservaat is kap van dennenbos, dat er ooit is aangeplant, onontkoombaar. „Er zijn hier al veel bomen verdwenen en mensen zien hoe mooi het resultaat is. Er hoeft niet zo veel meer te worden gekapt, minder dan 50 hectare.’’ Daarom wordt hier niet veel weerstand tegen verwacht, zoals wel het geval is in de Schoorlse Duinen, waarvoor al langer een Natura 2000-beheerplan bestaat. De beheerplannen voor de vier gebieden liggen tot en met 10 mei ter inzage. „We hopen op veel reacties’’, zegt Verstand. „Daar worden plannen vaak alleen maar beter van.” De plannen zijn in te zien bij de provincie en betrokken gemeenten of via www.noord-holland.nl onder ’Actueel’ en ’Terinzageleggingen’.

Bron: NOORDHOLLANDS DAGBLAD | MARJOLEIN EIJKMAN | SECTIE: REGIO | EDITIE: WEF