Overzicht

De Amerikaanse vogelkers te lijf in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland

vogelkers_gaaienbos_1.jpg

In gebied Gaaienbos, tegen de binnenduinrand van de Kennemerduinen, hebben boswachters Sven en René machinaal 7,3 ha aan grote haarden Amerikaanse vogelkers laten verwijderen. Wandelaars en fietsers die toen in het gebied waren hebben wellicht de bewegingen van graafmachines, trekkers en kranen met enig argwaan gevolgd... Wie nu vanaf Bezoekerscentrum naar de Oosterplas fietst of de gele wandelroute in de Kennemerduinen loopt ziet opeens weer her en der een zandvlakte. Nu de Amerikaanse vogelkers – eerst zo overheersend aanwezig - eindelijk weg is, oogt het gebied, op de gespaarde bomen na, leeg en kaal. 

Komend jaar zullen duinroos en dauwbraam de zandige plekken in het Gaaienbos al veroveren.  Over enkele jaren ontrolt zich langs de gele route een duingrasland met bloeiende kruiden, struwelen van meidoorn en zuurbes en hier en daar een van die mooie, gespaarde eiken die er nu nog een beetje verloren bij staan. Het kale valleitje langs het fietspad zal zich langzaam en helemaal spontaan weer omvormen tot bos. Een natuurlijk, inheems bos dit keer. Zonder Amerikaanse vogelkers.

Waarom is de Amerikaanse vogelkers een probleem voor het duin?
De Amerikaanse vogelkers (ook wel prunus serotina) is een invasieve exoot die in korte tijd grote gebieden kan overwoekeren. Dat gaat ten koste van de typische, vaak zeldzame duinsoorten. Daarom wordt Amerikaanse vogelkers door natuurbeheerders in Nederland, en dus ook door PWN bestreden. Bij PWN gebeurt de bestrijding van de kleine Amerikaantjes volgens een strikte werkverdeling tussen schaap, vrijwilligers en machines. Elke methode heeft voordelen en de boswachter kijkt goed naar wie wat wanneer en waar doet. 

Waar dat kan kiest PWN voor de inzet van vrijwilligers of schapen. Er zijn echter ook plekken waar de Amerikaanse vogelkers als een groene deken over de duinhellingen ligt. Her en der houdt een eikje nog stand, maar verder groeit er, zover het oog reikt, vrijwel alleen Amerikaanse vogelkers. De zaailingen staan zo dicht op elkaar dat er voor andere planten niet voldoende licht en geen ruimte is.

Geen getsjilp van vogels, geen gezoem van insecten. De donkergroene blaadjes ogen glad en gaaf. Omdat de Amerikaanse vogelkers in Nederland niet inheems is heeft hij hier weinig natuurlijke vijanden en wordt hij amper gebruikt als waard- of voedselplant.

Hulp van machines
Voor het bestrijding van grote haarden van Amerikaanse vogelkers zet PWN machines in. Nadat een klepelmachine de zaailingen tot op een hoogte van ongeveer 5 cm boven de grond heeft afgemaaid wordt het gebied 7 tot 12 dagen met rust gelaten. Zo krijgen dieren (muizen,  zandhagedissen, …) die zich onder de grond verstopten voor de klepelmachine de tijd een ander onderkomen te vinden. Pas dan komt de graafmachine om het geklepelde gebied voorzichtig af te graven. De wortelresten en de nog kiemkrachtige zaden worden samen met een dik pakket voedselrijke grond met trekkers het duin uitgereden.

Ondanks de relatieve soortenarmoede wordt ook bij de bestrijding van Amerikaanse vogelkers, zoals bij elk natuurherstelproject, alles in het werk gesteld om waardevolle dieren en planten in het werkgebied en langs de transportroutes te sparen. Zo worden zoveel als mogelijk bestaande wandel- en fietspaden gebruikt, om de natuur zoveel mogelijk te sparen. Er wordt snel gewerkt om de verstoring zo kort mogelijk te houden, en rekening gehouden met de winterrust van de insecten, amfibieën en reptielen. De aanvoerroutes worden zo aangelegd dat duinprofielen niet doorsneden worden.

En ontdekken we tussen de prunus alsnog een inheemse boom of struik dan wordt alles in het werk gesteld om die te sparen.

Meer weten?
Op www.pwn.nl/werkenaandeduinen vindt u meer informatie over duinherstel en duinbeheer.

Artikel en foto door boswachter Ina Roels