Overzicht

Doornhuisjes: het leven van een plant in het duin is hard

Blog: Boswachter Ina Roels

Nachtvorst tot mei. Nog geen maand later is het op de zuidhellingen verschroeiend heet. Veel voedsel zit er niet in de bodem en water is schaars. Het zand is zo poreus dat regenwater snel weer verdwijnt, ver buiten het bereik van je wortels. Oersterk moet je zijn, om als plant in het duin te leven.

Elementen trotseren
Als je er dan ondanks alles in slaagt om de elementen te trotseren moet je ook nog de belagers overleven. Rupsen en sprinkhanen knagen je bladeren weg. Galwespen gebruiken je knoppen als broedkamer voor hun eieren. En ook bij de konijnen, de reeën, herten en het vee ben je als groene sappige plant erg geliefd. In een paar happen ben je op. Je enige kans is je te verdedigen. Doorns komen daarbij heel handig van pas.

Meidoorn: lekker en voedzaam
De aller-gemeenste doornstruik van het duin is ongetwijfeld de meidoorn. Op elke scheut talrijke, lange doorns van wel 3 centimeter lang met op het einde een keiharde scherpe punt. Het steekt, het krabt, je blijft er in hangen en je kan er niet omheen. Maar meidoorn is erg lekker en voedzaam. Als hongerige grazer wil je er dus wel wat moeite voor doen. Als je heel klein bent pas je tussen de doorns en eet je van daaruit lekker alles weg. De rupsen van de stippelmot zijn daar heel bedreven in. Als konijn eet je de hele plant op als hij nog net zo sappig en klein is als het omringend gras.

Zo ontstaan doornhuisjes
Na het eerste jaar worden de doorns hard en dat eet niet zo lekker meer. Dan moet je slim zijn en je beperken tot de jonge scheuten. De hooglanders doen dat door met hun lange tong blaadjes en bloemen van tussen de doorns te trekken. De herten en reeën hebben iets anders bedacht: die knabbelen alles aan de buitenkant van de meidoornstruik weg. En omdat ze dat elk jaar opnieuw doen gaan de meidoorns er heel apart uitzien: de een al grilliger dan de ander maar allemaal heel netjes gesnoeid.

En zo ontstaan er in het duin een soort doornhuisjes. De buitenkant vormt dan een dicht netwerk van twijgjes. Binnenin, tussen de grotere takken, is volop ruimte voor vogels om een nestje te bouwen. Bovenop het doornhuisje staan soms een paar lange takken, buiten het bereik van de snoeiers. Daar komen dan straks de bloemen en -als het goed gaat- de meidoornbessen aan. Kan de meidoorns zich nog voortplanten ook.

Dat heeft de natuur toch maar weer mooi geregeld!