Neemt u uw hond mee naar het duingebied? Hier vindt u de belangrijkste aandachtspunten. En check altijd even de actuele voorwaarden op de toegangsborden en de borden op het terrein.
Waar mogen honden komen?
Noordhollands Duinreservaat
In het Noordhollands Duinreservaat zijn honden welkom op de wandel- en fietspaden mits ze (kort) zijn aangelijnd. Sledehondensport is niet toegestaan. U kunt gebruik maken van een van onze losloopgebieden:
- Castricum: pad onder de Papenberg, route om de Zanderij
- Wijk aan Zee: Vuurbaakduin en Paasduin
- Egmond aan Zee: Robbenzand, Kroonstad en Noordlob
- Egmond Binnen: Overbos en het uitlaatveld bij parkeerplaats Oude Schulpweg
- Bergen: Bergerbos (Let op: tijdens de broedtijd, van 15 maart tot 15 juni, moeten de honden hier aan de lijn!) en Engelse Veld
Nationaal Park Zuid-Kennemerland
Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland is beperkt toegankelijk voor honden. Sledehondensport is niet toegestaan. Honden zijn welkom op de volgende wandel- en fietspaden:
- Bloemendaal aan Zee: honden mogen aangelijnd mee langs de Parnassiaweg en parkeerplaats Parnassia. Hier mogen ze ook het strand op.
-
Zandvoort:
- Wurmenveld, ten oosten van de Keesomstraat
- Noordduinen, in het deel ten noorden van het circuit dat niet begraasd wordt
- Duinpieperpad, echter niet in het begrazingsgebied tussen de vee-roosters en niet langs het geel gemarkeerde voetspoor
- Visscherspad en Blinkertweg: honden mogen hier ook buiten het pad, binnen de rasters, loslopen. -
Bloemendaal/Overveen:
- Elswout
- Wethouder van Gelukpark, langs de Zeeweg bij restaurant De Bokkedoorns - IJmuiden: Heerenduinen. Honden mogen hier loslopen buiten het begrazingsgebied.

Waarom mogen honden niet overal komen?
De duinen zijn rustgebieden voor vogels en zoogdieren. Een hond brengt onrust teweeg in een natuurgebied. Als een hond wild ruikt, wordt het jachtinstinct geprikkeld. Een hond wil het dier dan opsporen en vangen, vaak alleen uit nieuwsgierigheid.
Bijna alle dieren zijn bang voor honden, gaan er voor op de loop en raken in de stress. Bijvoorbeeld de trekvogels in het Noordhollands Duinreservaat. Deze komen van ver en gebruiken de duinen als pleisterplaats, voor rust, voedsel en om aan te sterken. Krijgen ze dat niet, dan raken ze verzwakt, met het risico dat ze hun reis niet overleven. Bovendien vliegen broedende vogels op van hun nest als ze gestoord worden. Hun eieren kunnen dan te warm of te koud worden. Rust is ook voor andere dieren belangrijk, zoals het konijn. Ook bezoekers kunnen last hebben van loslopende honden. Sommige mensen zijn er bang voor.
Honden op landgoed Marquette

Mogen honden het strand op?
Ook op het strand gelden beperkingen voor honden. Waar ze wel en niet welkom zijn, staat doorgaans aangegeven op de borden bij de strandafgangen en is in een aantal gevallen ook afhankelijk van het seizoen. U kunt ze ook vinden in de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Kunnen honden ziek worden van teken?
Teken kunnen ook honden ziek maken
Teken zijn kleine spinachtige diertjes in de natuur die meestal leven in hoog gras en struiken. In Nederland komen veertien soorten teken voor. De bacteriën die zij bij zich dragen kunnen ziekten veroorzaken, ook bij honden.
Het duurt ongeveer 24 uur voordat een tekeninfectie optreedt: Dus controleer uzelf én uw huisdier na elk duinbezoek want bij een tijdige verwijdering is de kans op infectie minimaal. Bescherm uw hond daarnaast het hele jaar tegen teken en blijf op de paden.
Ziekte van Lyme

De bekendste Nederlandse teek is de bruine schapenteek, die wanneer hij de bacterie Borrelia burgdorferie bij zich draagt, de ziekte van Lyme kan veroorzaken. De ziekte van Lyme treft overwegend mensen, maar ook paarden en honden lopen een risico. De schapenteek wordt vooral van april tot oktober waargenomen, maar blijf ook alert in zachte winters.
Tekenkoorts

Een minder bekende tekensoort is de Dermacentor reticulatus ook wel de vlekkenteek. De bloedparasiet die deze teek via een beet kan overbrengen, babesia canis, kan de ziekte Babesiosis veroorzaken; de tekenkoorts. De vlekkenteek wordt hoofdzakelijk van maart tot mei en van september tot november waargenomen, met name in de gebieden met grote grazers.