Overzicht

Waarom wordt er begraasd met grote grazers? Waarom niet met konijnen, damherten en reeën?

De duinen groeien dicht met gras en struiken, waardoor de variatie en veel typische soorten dreigen achteruit te gaan of zelfs te verdwijnen. Vroeger knaagden de konijnen de duinen kaal. De konijnenstand is ernstig achteruitgegaan door o.a. virusziekten. Ook de toegenomen stand van roofdieren zoals de vos en de havik speelt hierbij een rol. Reeën zijn vooral knabbelaars aan knoppen en struiken. Ze kunnen de verruiging en vergrassing niet tegengaan. Dit geldt ook voor de damherten. Een grote grazer eet ongeveer evenveel massa aan begroeiing als 120 konijnen. Grote grazers helpen, door het opentrappen van de bodem, plaatselijk de kleinschalige verstuiving en variatie te herstellen, eten de grasmat open en zorgen er ook voor dat de uitbreiding van struiken wordt vertraagd. In de kalkrijke duinen blijkt bovendien dat begrazing door vee de konijnenstand kan bevorderen. In het Noordhollands Duinreservaat zijn geen damherten en reeën, en daar zijn de konijnenaantallen ook drastisch afgenomen.​​​​