Ons klimaat verandert en dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop wij in Nederland met ons water omgaan. De temperatuur stijgt, droogtes duren langer, regenbuien worden intenser. Wat betekent dit voor ons watersysteem? En voor een drinkwaterbedrijf als PWN?

Wie herinnert zich niet de bloedhete zomer van 2018? Die superzomer bracht niet alleen hitte, maar ook grote droogte in ons land. Dat zorgde voor een keten aan reacties in gang. Zo voerden onze rivieren te weinig water aan, waardoor het IJsselmeer met minder water kampte. Daardoor kwam er meer zout water in het spaarbekken voor drinkwaterproductie. Dat vormde een probleem, want de PWN-zuivering in Andijk, waar het IJsselmeerwater wordt ingenomen, is niet ingericht op ontzilten is niet ingericht op ontzilten. Hierdoor moest de waterinname in Andijk soms worden stopgezet en moest er wekenlang meer water aan de duinen worden onttrokken dan erin werd gepompt. 

Uiteindelijk hebben we die zomer altijd water kunnen leveren en heeft de consument van drinkwater daar weinig van gemerkt. Deze gebeurtenissen zijn  voor de watersector wel een wake-up call geweest. De 2018-situatie was voor de hele watersector nieuw. De drinkwaterbedrijven werden op grote schaal geconfronteerd met de directe gevolgen van een veranderend klimaat. Het goede nieuws is, dat sinds die droge zomer in heel Nederland het denken over klimaatadaptatie in een stroomversnelling is gekomen. Ook bij PWN.

Watersysteem integraal versterken
De vanzelfsprekendheid van altijd en overal goed drinkwater is door de gebeurtenissen in 2018 landelijk in een nieuw daglicht komen te staan. Ook bij PWN ontstonden hierdoor nieuwe vragen. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we de zekerheid van het drinkwatersysteem in Noord-Holland vergroten? Voor de leveringszekerheid van haar drinkwater houdt PWN een veiligheidsmarge aan. Het beleid was er altijd al op gericht om 5% overcapaciteit aan te houden. Maar doordat onzekerheden in de omgeving toenemen (verzilting, verzakking, verwarming) ziet PWN zich genoodzaakt om een grotere veiligheidsmarge in te bouwen. Dit heeft er eind 2019 toe geleid dat PWN bij haar beleid voor het beschikbaar hebben van voldoende productiecapaciteit op de langere termijn voortaan rekening houdt met een extra ruime marge. Dat bereiken we alleen als we ons hele drinkwaterwatersysteem weten te optimaliseren. Het gaat om het totaalplaatje, want alles hangt samen: zoetwaterbronnen, productielocaties, het leidingnet én het onderhoud daaraan.

Daar komt bij dat de vraag naar drinkwater de laatste jaren weer toeneemt, door de droge zomers, maar ook door een groeiende bevolking in het leveringsgebied van PWN. Rekening houdend met een verder toenemende watervraag werken experts bij PWN verschillende toekomstscenario’s uit. Ook ontwikkelingen bij andere partners in de waterketen worden daarin meegewogen, zoals de nieuwe Omgevingswet, warmtevisies en de Regionale Energietransitie Strategie (RES). Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor hun ruimtelijke ordening en dat betekent ook dat ze goed rekening moeten houden met wat er in de ondergrond gebeurt. Daar lopen ook essentiële waterleidingen. Daarom roept PWN gemeenten op om met haar mee ‘de diepte in’ te denken. Driedimensionaal dus, om te voorkomen, dat initiatieven op termijn de waterlevering gaan hinderen.

Water koel houden
Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe warmtenetten, waarvoor steeds meer plannen op de tekentafel liggen. Die moeten de energietransitie vooruithelpen, maar zorgen ook voor een stijgende temperatuur van de ondergrond. Leidingwater en warmtenetten moeten niet bij elkaar liggen. Het drinkwater moet namelijk koel blijven om bacteriegroei geen kans te geven en de smaak goed te houden. Ook veranderingen in de ondergrond zelf kunnen een bedreiging voor de PWN leidingen vormen. Bijvoorbeeld door meer graafwerkzaamheden. Daardoor neemt de kans op leidingbreuken toe.

Op dit moment treedt PWN dan ook in nauw overleg met gemeenten om samen alle leidingen goed in te passen in de ondergrond. Ook op andere terreinen bereidt PWN zich voor op een robuuster watersysteem, zo blijkt uit het jaarverslag over 2019. De nieuwe installatie Andijk III is eind 2019 volledig in productie gekomen. Doordat die minder levert dan oorspronkelijk beoogd, wordt installatie Andijk I gerenoveerd. Daarnaast werken we aan een toekomstbestendig leidingnet en lopen daarmee in de pas met werkzaamheden van gemeenten in het kader van klimaatverandering en energietransitie . En hoe zit het met  PWN’s bronnen? Stel dat we te maken krijgen met grotere temperatuur- en neerslagschommelingen. Wat betekent dat voor het  IJsselmeer en de Lek en in het verlengde daarvan voor de drinkwatervoorziening in ons leveringsgebied? 

Nieuwe natuur, nieuwe bronnen
“Water is een natuurproduct. Goed drinkwater is gebaat bij goede natuur en gelukkig is PWN ook natuurbeheerder. In dat gegeven kon wel eens een belangrijk deel van de oplossing liggen”, merkt PWN-directeur Natuur en Beleving Sjakel van Wesemael op. “Drinkwater is een streekproduct. Bij regio’s met veel tuinen zien we bijvoorbeeld op warme dagen grote pieken. Bovendien zijn we afhankelijk van verschillende bronnen, zoals het IJsselmeer en de Lek. De kwaliteit van die bronnen is weer sterk afhankelijk van het weer, zoals we tijdens de zomer van 2018 hebben gezien. Gelukkig hebben we nog een derde bron achter de hand. Die ligt verscholen onder de duinen. Dat is een grote buffer van prachtig gezuiverd water diep onder het natuurlijke duinzand. Bij droge periodes onttrekken we relatief meer water aan de duinen dan we erin laten bezinken. Dat kan voor een tijdje, maar het mag nooit ten koste gaan van de kwaliteit van het ecosysteem. Daar zijn we als natuurbeheerder alert op.”

Door hun bufferwerking vormen de duinen van Noord-Holland een belangrijke schakel in het hele drinkwatersysteem van de provincie. Dus bij een veranderend klimaat is het zaak om ook de duinen in de oplossing te betrekken. Van Wesemael ziet in dat opzicht veel in het versterken van de veerkracht van de duinnatuur: “We bedoelen daarmee dat we het ecosysteem hier zó sterk maken, dat het kan opveren na verstoringen. Want dat is waar we de komende jaren rekening mee moeten houden: warme en droge perioden wisselen natte perioden af. Tegelijkertijd moeten de duinen ook meegroeien met de stijging van de zeespiegel.” PWN lost dit op door overal in de duinen de verstuiving weer op gang te brengen. Een natuurlijk proces om soortenrijkdom te behouden en de duinen in hoogte te laten groeien. PWN boekt daar al zo’n tien jaar goede resultaten mee. Ook in 2019 werden weer duintoppen kaal gemaakt of zelfs afgegraven, zoals bij Castricum.

Meer veerkracht ligt ook besloten in nieuwe natuurgebieden die water kunnen bergen. In 2019 breidde PWN daarom haar areaal uit met twee nieuwe percelen in de binnenduinrand. “Typisch plekken waar kwelwater rijkelijk uit de duinen vloeit”, verklaart Van Wesemael. “We brengen hier de natuurwaarden terug en werken meteen aan een extra waterbuffer voor drogere tijden. Je zou het capaciteitsuitbreiding kunnen noemen. Voor de natuur én voor ons drinkwatersysteem.”